De verhuizing van de verzorgingsstaat
Sinds 2015 is een deel van verzorgingsstaat verhuisd naar de gemeenten. Die zouden dichter bij hulpbehoevende mensen kunnen komen. Gemeenten zouden beter weten aan wat voor langdurige zorg of jeugdzorg mensen behoefte hebben, of hoe ze willen ‘participeren’. Burgers zouden ook meer gaan zorgen voor mensen in hun nabijheid. Maatwerk, zelfredzaamheid, vertrouwdheid – dat waren een paar van de grote beloften van de nieuwe nabijheid.
Hoe pakt dat uit in de praktijk? Lukt het professionals om mensen zelfredzamer te laten worden? Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en de Universiteit voor Humanistiek deden daar de afgelopen vier jaar uitvoerig onderzoek naar.
Kort samengevat zijn de bevindingen dat het streven naar zelfredzaamheid bij hulpbehoevenden voor zorg eerder schade aanricht dan dat het helpt. Een andere bevinding was dat het eigen netwerk inzetten bij zwakke hulpbehoevende burgers vrijwel nooit lukt. De nadruk leggen op zelfredzaamheid vergroot bovendien de ongelijkheid tussen arm en rijk.
Dit zijn natuurlijk geen leuke conclusies. Hopelijk doen alle partijen in de zorg en welzijn hun voordeel met deze bevindingen en wordt meer maatwerkzorg mogelijk.